Regio Twente

Samen werken aan perspectief in Twente
Ieder kind verdient perspectief op een mooie toekomst. Met die drijfveer werken zorgaanbieders van jeugdhulp, gemeenten, samenwerkingsverbanden vanuit het onderwijs en de partijen uit de keten gedwongen kader samen. Zij willen dat jeugd in Twente veilig opgroeit, talenten ontwikkelt en de wijk niet uit hoeft als er ondersteuning nodig is. De organisaties onderzoeken samen hoe de zorg voor de jeugd radicaal anders kan worden georganiseerd en welke ondersteuningsvormen kansrijk zijn.

Aan de slag met onze ontwikkelvraag

De belangrijkste ontwikkelvraag voor de regio Twente is de interprofessionele samenwerking tussen onderwijs, zorg en jeugd. Om deze samenwerking te bevorderen is er een pilot gestart. Hieraan nemen 13 scholen en hun samenwerkingspartners deel. Aan de pilot zijn drie procesbegeleiders verbonden die helpen het interprofessioneel werken te stimuleren.

Een 0-meting wordt gedaan om de huidige samenwerking in kaart te brengen. Er is een digitale uitvraag onder de scholen en samenwerkingspartners gedaan over de samenwerking. Vanwege het grote belang van interprofessioneel samenwerken, juist in deze coronatijd, hebben we besloten de pilot wel van start te laten gaan.

Deze betrokkenheid van de scholen en de samenwerkingspartners onderstreept voor ons nogmaals het belang van interprofessioneel samenwerken om ontwikkelkansen voor kinderen te optimaliseren. Juist nu. Dit bevestigt ons in ons idee dat interprofessioneel samenwerken om de ontwikkelkansen voor kinderen te optimaliseren erg belangrijk is.

Samenwerking in Twente

  • De zorg en gemeenten zijn in Twents verband georganiseerd. De Twentse gemeenten hebben een GGD organisatie, een Veilig Thuis, een kennis- en statistiekbureau (Kennispunt Twente) en een inkooporganisaties voor de Jeugdwet en WMO (OZJT).

In Twente werken het onderwijs, zorgpartijen en gemeenten samen in twee ontwikkelprogramma’s: De Twentse Belofte en de Twentse Transformatie met drie ontwikkeltafels. Ontwikkeltafel 3, onderwijs zorg, richt zich op de hele ‘onderwijs-zorgketen’ voor jongeren van 0 – 27 jaar. En het programma de Twentse Belofte richt zich op jongeren in de leeftijd van 12 tot 27 en legt de focus op het voorkomen van schooluitval. In beide programma’s werken professionals vanuit het werkveld, managers, beleidmakers en bestuurders intensief samen. Gezien de overlap worden beide programma’s bestuurlijk en ambtelijk door dezelfde opdrachtgevers aangestuurd en uitgevoerd.

  • Het onderwijs en de gemeenten werken samen op verschillende niveaus. Op Twentse schaal overlegt een afvaardiging van de gemeenten met de bestuurders van de samenwerkingsverbanden van zowel PO als VO en het MBO. Dit gebeurt zowel bestuurlijke als beleidsmatig. Daarnaast zijn er bestuurlijke en beleidsoverleggen in de vier samenwerkingsverbanden (PO en VO 2301 en PO en VO 2302). We zorgen (steeds meer) voor een goede afstemming van wat op welke niveau wordt besproken en wordt gedaan, vanuit een gezamenlijke Twentse agenda.


De cijfers

In 2018 zijn er 95.300 leerlingen Twentse leerlingen van 5 tot en met 17 jaar die in Twente naar school gaan (Bron: Monitor Onderwijs-Jeugdhulp, versie 26 augustus 2019). Op alle scholen zitten jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte. Soms biedt de school die ondersteuning, soms verloopt die ondersteuning ook via de Jeugdwet. Op de ene school heeft meer dan 90% van de leerlingen een jeugdwetindicatie; op andere scholen is dit 4%. Daarnaast is er een verschil te zien in het aantal zorgaanbieders per schoollocatie; dit wisselt van 1 aanbieder tot 69 aanbieders.

De Monitor Onderwijs-Jeugdhulp wordt voor ons gemaakt door Kennispunt Twente. Onderwijs, gemeenten en zorgaanbieders leveren hun data aan. Het Kennispunt zorgt voor gezamenlijke data-analyses die weer input leveren voor gezamenlijk beleid. En zij monitort ook verschillende interventies waarbij onderwijs-zorg worden gecombineerd.

Samenwerking in tijden van crisis

Door de coronacrisis en de getroffen maatregelen neemt het interprofessioneel werken een grote vlucht. Iedereen beseft dat we het samen moeten doen. De grote mate van betrokkenheid van alle partijen om het samen te doen in deze crisis, daar zijn wij trots op. Bijvoorbeeld de digitalisering die razendsnel heeft plaatsgevonden in het onderwijs. Wanneer kinderen niet verschijnen in de online klas, wordt hier bij ons snel op geacteerd; er wordt contact opgenomen met de ouders. Indien dit niet tot stand komt, gaat de leerplichtambtenaar langs (uiteraard met de RIVM richtlijnen in acht).

Door met de adviezen

We zijn concreet aan de slag gegaan met het eerste advies (het verbreden van teams interprofessioneel) in de vorm van onze pilot. Dit zetten we voort. Vanuit de Twentse belofte wordt ook gewerkt aan een gezamenlijk systeem om makkelijker te kunnen samenwerken omtrent verzuim.

Zo zijn we bezig met terminologie en bewustwordingsprocessen over verzuim, wordt data omtrent het jonge kind bij elkaar gezocht om relaties te kunnen zien en goede voorbeelden te delen en loopt de OJA pilot door. Tot slot is ook het vergroten van ouderbetrokkenheid een belangrijk thema in de regio Twente.

Leren met andere regio’s

We leren van de andere regio’s (en andere regio’s van ons) door uitwisseling tijdens de bijeenkomsten georganiseerd door het programma. Daarnaast was er medio mei een afspraak met de regio’s Utrecht en Zuid-Kennemerland, over interprofessioneel werken. Ook is er vanuit de regio betrokkenheid in 3 Community of Practice.

 

Meer informatie

Kate Snellens, k.snellens@oldenzaal.nl